Wat ik een heel mooi en goed boek vond (vind) is van Swami Prabhavananda: De bergrede in het licht van de vedanta-leer. Het vormt een uitstekende brug tussen de spiritualiteit van de Vedanta en de leer van Jezus.
Ook een goed artikel: https://volzin.nl/je-bent-het-licht-niet-de-projecties-lessen-van-maharaj/
Het zijn geen organisaties maar auteurs en verlichte personen, die vaak meer van Jezus’ onderwijs hebben begrepen dan sommige gelovigen. De kennis en wijsheid die die auteurs en verlichte personen (zoals Nisargadatta) hebben nagelaten aan de mensheid vormen een uitstekende basis om in te sterven aan de oude mens. Veel gelovigen zijn vergeten te sterven.
Niet echt. Ik ken de organisaties ook niet die je benoemt. Het komt op mij over als sektes.
Geloof is iets anders. Je komt door geloof en het eerlijk toegeven van je onvolmaaktheid in verbinding met de geest van God. Vanaf dat moment kun je geheeld worden als je ook de wetten van God probeert na te streven. Ik vaar er geestelijk wel bij al moet ik er wel bijzeggen dat er juist door geloof ook weer ellende op je pad komt. Toch krijg je er een veel sterkere geest van dus die ellende kun je wel verdragen.
De Telegraaf weet een mooie voorstelling van zaken te brengen. Ze beweren dat de duinen verstevigd worden. Hoe dat dan werkt is onbekend. Als ze die sleuven met beton volstorten zou ik het nog begrijpen maar ik lees enkel iets over sleuven.
Toen ik alles los liet, werden de bewijzen en de zekerheden me in de schoot geworpen. Ik ben dan ook dankbaar dat ik niet met religie ben opgevoed. Hoewel ik het ook vaak heb betreurd dat ik niet met het christendom ben opgegroeid, ben ik er ultimo toch dankbaar voor, omdat mijn ervaringen juist niet uit mijn denken zijn voortgekomen.
Korintiërs 2:9-11 NBG51
Maar, gelijk geschreven staat: Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben. Want óns heeft God het geopenbaard door de Geest. Want de Geest doorzoekt alle dingen, zelfs de diepten Gods. Wie toch onder de mensen weet, wat in een mens is, dan des mensen eigen geest, die in hem is? Zo weet ook niemand, wat in God is, dan de Geest Gods.